Sociale geschiedenis | Indisch genieten (3): reizen voor je plezier

Humphrey de la Croix

In deze derde aflevering van de serie “luchtige” zomerartikels een onderwerp dat helemaal past bij de zomer en de vakantie: reizen voor je plezier.
Het moderne toeristenverkeer was al vóór de Tweede Wereldoorlog een bedrijfstak. Onze voorouders in de kolonie wisten net als wij de goede uitstapjes, restaurants en hotels te vinden. Natuurlijk zochten ze daarbij naar de voordeligste keuzen. Deze aflevering gaat over plezierreizen en hoe je daartoe werd verleid.

Toeristische bestemmingen
Om bezoekers uit de buurland Brits Maleisië en Singapore te trekken prees het Officieel Toeristenbureau voor Nederlandsch-Indië Bali en Java aan als paradijselijke bestemmingen voor een verlof. Volgens een van de affiches en folders slechts 36 uur vliegen! De reclame was dan ook in het Engels en refereerde naar het exotische karakter dat de eilanden verondersteld werd op te wekken. Dus niet anders dan nu verwijzingen naar de bijzondere culturen, de rust, mooie stranden, goed eten en dito accomodaties met goede service. Opvallend is de vertaling op het affiche ‘Netherland India’ en niet Netherlands Indies zoals gebruikelijk in het Engels.
Java en Bali kregen elk nog aparte promotie mee om bezoekers te verleiden erheen te reizen. 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Steeds meer Westerse reizigers ontdekken Bali als exotisch en nog niet door de moderne tijd aangeraakt tropisch paradijs. De aantrekkingskracht werd zéker versterkt door de beschrijvingen van daar verblijvende Westerse kunstenaars en schrijvers die er een alternatief voor het leven in Europa of Amerika in zagen. Denk hierbij aan schilder Walter Spies en auteur Vicky Baum. Deze laatste vooral bekend door het als romantisch aangemerkte boek Liebe und Tod auf Bali (1937). Zij heeft de ervaringen van haar verblijf en contact in 1935 met Walter Spies verwerkt. Het boek is een bestseller geworden en blijft lezers aantrekken. Deze ontdekking van Bali als een exotisch oord waar het ontbreken van het jachtige Westerse modernisme en de aanwezigheid van een “onschuldige”, naïeve bevolking voldeed geheel aan het oriëntalisme van Edward Said. Zijn gelijknamige boek is te lezen als een kritische visie op hoe het Westen het Oosten liefst verbeeld zag:

“In het Oriëntalisme is altijd sprake van een verborgen macht, gekleurd door dominantie en ongelijkheid, waarbij het Oosten ondergeschikt wordt gemaakt aan het Westen. Laatst genoemde toont daarbij een hegemonisch karakter, waarbij het Westen als centrum wordt gezien en het Oosten als marginaal. De Oriënt wordt getypeerd als irrationeel, sensueel, primitief, feminien, terwijl het Westen de sterke, rationele, democratische, progressieve, masculiene tegenhanger vormt. Het goed ontwikkelde Westen wilde dominant zijn aan het magische en mysterieuze Oosten. De geliefde idee van de verlichte, rationele, beschaafde westerling heeft dus de idee van de achterlijke, emotionele en onbeschaafde ‘oriëntaal’ nodig om de eigen westerse cultuur en identiteit te versterken. Deze westerse conceptie is gecreëerd door invloedrijke mensen uit het Westen.”  1)

1939 Bali: Een Nederlandse familie tijdens een trip op Bali poserend voor een Hindoe-tempel Bron: privécollectie, nadere bijzonderheden onbekend. Rechtmatige bezitter kan zich melden.

1929 Nieuwe Rotterdamsche Courant: overzicht van de aantallen bezoekers die Bali bezochten. Het gaat om honderdtallen. Reizen en in hotels verblijven was nog niet voor de meeste mensen bereikbaar. Bron: http://www.farelli.info/bali_historie/krantenknipsels/toerisme.htm

Reizen per boot
De Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM) was de grootste rederij die vaarten verzorgde binnen de archipel als er naar toe en er vandaan. Al vroeg maakte de rederij reclame voor haar diensten. Naast de scheepvaartlijnen verzorgde de KPM ook busdiensten onder andere op Sumatra. Bekend was de uitgebreide toeristengids voor Nederlands-Indië die zeer veel detailinformatie bood over de archipel, variërend van aardrijkskundige, biologische tot culturele onderwerpen. Ook al in die tijd was het streven om zo onbezorgd mogelijk te reizen en weten wat men onderweg of op de plaats van bestemming kon verwachten of bezoeken.

Overzichtskaart van de lijndiensten van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij op 1 januari 1915 Bron: http://www.statengeneraaldigitaal.nl/document?id=sgd:mpeg21:19141915:0002191&pagina=5

Met het vliegtuig
Vanaf de jaren dertig is het mogelijk om van Europa naar Indië te vliegen. Op 24 november 1924 volbracht de bemanning van de Fokker F VII H-NACC de eerste vlucht naar Nederlands-Indië. De vliegeniers waren KLM-piloot Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop (vaak kortweg “Van der Hoop” genoemd), luitenant-vlieger Hendrik van Weerden Poelman en werktuigkundige Pieter van den Broeke. De vlucht van bijna 16.000 km naar Batavia moest in 22 dagen worden afgelegd. Een heel verschil met de 14-15 uur van nu. Vanaf 1 oktober 1931 startte de KLM wekelijkse lijnvluchten tussen moederland en kolonie. De reis duurde toen 10 dagen; flink minder dan de 22 dagen in 1924. De lijndiensten werden meestal gevlogen met Fokkers F.VIII die 16 passagiers kon vervoeren. De been- en hoofdruimte waren ruim en de stoelen waren comfortabel en hadden uitschuifbare beensteunen. De KLM schonk haar klanten op maat ontworpen koffers. De grootste paste precies onder de stoel, de tweede werd met een riem aan de rugleuning vastgemaakt.

Rond 1929: opengewerkte tekening van de Fokker F. VIII waarmee de wekelijkse lijndienst tussen Amsterdam en Batavia werd onderhouden. Foto: http://www.wolfsonian.org/explore/collections/klm-vliegtuig-fokker-f-xviii-wekelijksche-dienst-amsterdam-%E2%80%93-batavia-klm-plane-f

Binnen de archipel verzorgde de in 1928 opgerichte Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij KNILM de luchtverbindingen. De eerste retourverbindingen waren die tussen Batavia – Bandoeng en Batavia – Semarang. Deze laatste lijn werd later doorgetrokken naar de havenstad Soerabaja. Geleidelijk aan werd het luchtnet uitgebreid met vluchten naar bestemmingen op andere eilanden in de archipel, zoals Palembang en Medan op Sumatra, de oliehavens Balikpapan en Tarakan op Borneo en Bali. Een deel van de vluchten werd uitgevoerd met vliegtuigen die ook op water konden landen. In 1930 opende de KNILM een lijndienst naar Singapore. In 1938 vloog de KNILM naar Sydney en Darwin in Australië. Zoals in onderstaande poster uit 1930 te zien is, maakte de KNILM reclame met “snel, koel en geryfelijk”.

Reizen per trein in Indië
Spoorwegen voor personenvervoer waren vooral op Java aangelegd, in mindere mate op Sumatra en Celebes (Sulawesi). De meeste vervoerders waren particuliere bedrijven uitgezonderd de Staats Spoorwegen (SS). Op Java waren daarnaast de bekendste De Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij (NIS), de Java Spoorweg Maatschappij, de Modjokerto Stoomtram Maatschappij en de Java Spoorweg Maatschappij. 

1937 Java: Spoorbrug over de Tjikoeda met de stoomtrein van de lijn Rantja-Tandjongsari bij halte Tjikeroeh, Op de achtergrond de vulkaan Tangkoeban Prahoe. Foto: http://www.gahetna.nl/collectie/afbeeldingen/fotocollectie/zoeken/start/304/weergave/detail/tstart/0/q/zoekterm/Nederlands%20Indie/f/Geografisch_trefwoord/Java

Heden: dezelfde brug als op de vorige foto. Nu als de brug over de Cikudi-rivier (spelling Bahasa Indonesia) Foto: http://himaper.fib.unpad.ac.id/sejarah-jatinangor/

Reizigers konden kiezen uit drie klassen en sommige treinen hadden veel luxe in de vorm van comfortabele zitplaatsen en een restauratiewagon waar goed eten en drinken waren werden geserveerd. In de derde en eenvoudigste rijtuigen zaten de mensen op houten banken en was het meestal erg warm omdat er veel passagiers zaten en stonden. Van restauratievoorziening was geheel geen sprake.

1927. Interieur van een restauratierijtuig van de Staats Spoorwegen en Tramwegen Foto: http://www.holechistorie.nl/?start=12 (oorspronkelijk uit de : Koloniale roeping jaargang 1927)

Tussen 1920 en 1930. Restauratierijtuig van de Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij. Foto: Collectie Tropenmuseum

Op reis met de bus
In Indonesië is de bus het meest gebruikte openbaar vervoermiddel tussen plaatsen. Het is goedkoop om grotere afstanden af te leggen en er is veel verschillend aanbod in het soort bussen. De meest comfortabele (soms met toilet en televisie aan boord) zijn vaak de snelste omdat ze minder stoppen. De prijs voor bijvoorbeeld het traject Surabaya – Yogyakarta dat km telt, kost ongeveer € . Dan zijn er vele varianten te kiezen tussen basaal (iedereen rookt in de bus, geen airconditioning, overal worden passagiers meegenomen en een zitplaats is niet zeker) en luxueus.
In Nederlands-Indië waren er voor de oorlog diverse busmaatschappijen, vaak in bezit van spoorwegbedrijven als het Staats Spoor of de Deli Spoorweg Maatschappij. Toen was vervoer per bus ook niet voor de meeste Indonesiërs weggelegd, maar wel weer voor een grotere groep Europeanen.

Jaren twintig Fort De Kock (huidige Bukittinggi Noord-Sumatra): een bus van de Landsautomobieldienst die steden en dorpen met elkaar verbond. Foto: Collectie Tropenmuseum

1923 Brastagi (Berastagi, Noord-Sumatra): bus van de Deli Spoorweg Maatschappij Foto: Collectie Tropenmuseum

De heilige koe in vooroorlogs Indië
Wie het zich kon veroorloven schafte een auto aan en ging er meer rondtoeren of tripjes maken. De auto had al snel zijn intrede gedaan en in het begin waren het vooral de rijk geworden plantagehouders die auto’s uit Europa en de Verenigde Staten lieten importeren. Dat waren niet de kleinste en eenvoudigste modellen maar grote, luxe wagens. De auto was van meet af aan een statussymbool bij uitstek: nieuw, modern en niet voor iedereen. Geleidelijk konden meer mensen zich een auto veroorloven en dan waren het voornamelijk Europeanen en een enkele welgestelde Indonesiër. Door de mogelijkheid van huren konden ook de “gewone mensen” met de auto op pad.

Advertentie voor Autohandel Mascotte uit Batavia en Bandoeng. In het Nieuws van de dag voor Nederlands Indië, 2 september 1937. Ook duurdere en luxe auto’s waren inmiddels voor meer mensen bereikbaar. Foto:

Rond 1930. Twee Indische gezinnen maken een tripje met de auto en houden pauze. Foto: http://ferry.asa4u.net/03_transport.html

2007 Mojokerto Oost-Java: mijn Indonesische familie maakt een trip met een huurbusje. Foto: Humphrey de la Croix

Op de fiets
Wie geen gemechaniseerd vervoer had of geen toegang daartoe kon altijd nog op de fiets zich verplaatsen. Al vroeg was de tweewieler in de kolonie ingevoerd en ook weer door de gegoede burgers als ‘early adopters’. In deze kringen was de fiets een vervoermiddel voor het maken van pleziertochtjes met het gezin of vrienden. Toen de fiets voor iedereen bereikbaar was, ook voor de inheemse bevolking, had de fiets ook de functie van “werkpaard” gekregen. Typisch Nederlands was het dat in alle lagen van de samenleving de fiets een gewaardeerd vervoermiddel bleef.

Rond 1900. Familie-album Peter Schumacher (ex-redacteur NRC Handelsblad) Links Opa Edu Schumacher met snor en fiets. Bron: Privécollectie familie Schumacher en op website van Diederik van Vleuten: http://www.diederikvanvleuten.nl/archief-van-vleuten/archief-van-vleuten.php?WEBYEP_DI=4

1937 Bandoeng, de Grote Postweg. In de beschrijving van deze foto staat onder andere “Hier zien we een stukje postweg met, naast auto’s en motoren, dat andere, toen vrij nieuwe middel van vervoer, de fiets.” Foto: Collectie Tropenmuseum

2016 Bandung. De dagelijkse verkeersopstopping in het centrum van de stad. Geen fietsers meer te zien, wél vooral bromfietsers. Foto: https://juaranews.com/berita/19067/08/10/2016/akhir-pekan-ini-kota-bandung-diperkirakan-macet

Nawoord reizen voor je plezier in Nederlands-Indië
In de hoogtijdagen van de kolonie Nederlands-Indië kon een groot deel van de Europese bevolking plezierreisjes maken. De mogelijkheden verschilden niet veel vergeleken met vandaag de dag. Wie het kon betalen maakte gebruik van het vliegtuig; eerlijk gezegd waren dat vooral mensen uit de hogere klassen of bestuurders. De trein en de boot waren bij uitstek dé vervoersmiddelen voor een grote groep mensen. Daarna op afstand gevolgd door de bus en de auto. Deze laatste was lange tijd niet bereikbaar voor de grote middengroepen, maar in de loop van de jaren dertig was de “heilige koe” alweer voor meer inwoners bereikbaar, en niet alleen de Europeanen.


Noten
1. Wikipedia over het begrip oriëntalisme van Edward Saïd: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ori%C3%ABntalisme

Internet
http://www.farelli.info/bali_historie/krantenknipsels/toerisme.htm
http://bintphotobooks.blogspot.nl/2007/11/images-from-fiat-archives-1900-1940.html
http://www.timetableimages.com/ttimages/knilm.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Nederlandsch-Indische_Luchtvaart_Maatschappij
http://bintphotobooks.blogspot.nl/2007/11/images-from-fiat-archives-1900-1940.html
http://www.timetableimages.com/ttimages/knilm.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Nederlandsch-Indische_Luchtvaart_Maatschappij 

 

n