Humphrey de la Croix
Cultuur ‘snuiven’ in Modjokerto
In de voorgaande vier artikels over mijn geboorteplaats Modjokerto heb ik de geschiedenis tot in de jaren dertig van de vorige eeuw doorlopen. In dit vijfde deel besteed ik opnieuw aandacht aan de periode 1900 tot aan de Tweede Wereldoorlog. In deze relatief korte tijd werd Modjokerto in een hoog tempo veel westerser. Naast een Javaanse binnenwereld ontstond ook een Europese levensstijl. Uiting daarvan is de manier waarop de Nederlanders hun vrije tijd besteedden. Met de oprichting van een sociëteit was er niet alleen een plek gekomen om bij te kletsen en een drankje te nuttigen, maar konden de mensen voortaan ook theater- en muziekvoorstellingen bezoeken.
In dit artikel belicht ik aan de hand van vier voorbeelden op welke wijze Modjokerto kennis maakte met Nederlandse cultuur en uitingen daarvan. Het eerste voorbeeld is de oprichting en bouw van sociëteit Concordia. Daarna behandel ik de stichting van de oudheidkundige vereniging ‘Madjapahit’. Als derde onderwerp beschrijf ik dat Gertrud Leistikow, een belangrijke vormgeven van moderne dans, onder andere in Modjokerto heeft lesgegeven. Ten slotte zult u vernemen dat de bekende vooroorlogse cabaretier-zanger Louis Pisuisse de stad bezocht tijdens zijn tournee door Indië.
Sociëteit Concordia
De vestiging van een sociëteit bevestigde dat de Europese bevolking flink was gegroeid en behoefte had aan een eigen plek om zoals dat toen heette “zich te verpozen”. Dat wil zeggen een drankje nuttigen, wat eten, ‘ngobrollen’ (o.a. de laatste roddels horen) en af en toe genieten van een voorstelling. Rond 1900 was Modjokerto een regionaal centrum geworden van een bloeiende plantagelandbouw met suiker als hoofdgewas. Werkgelegenheid, infrastructuur en welvaart stegen. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw was de plaats uitgegroeid van een stil, slaperig Javaans stadje tot een moderne en meer Westers getinteplaats. Dat wil zeggen naast de inheemse handel(tjes) en aanbod van groente, fruit en rijst op de pasar’s, was inmiddels de Nederlandse bureaucratie neergestreken en vormde met een elite van landbouwindustriëlen de nieuwe, Europese aristocratie. Het aanzien van Modjokerto veranderde daarmee gelijktijdig. Naast huisjes van bamboe en hout vulden stenen huizen en publieke gebouwen in Nederlandse/Europese stijl het stadsbeeld aan. Modjokerto kreeg te maken met Westerse enclaves in een Javaanse omgeving.
Een van de eerste van die nieuwe gebouwen was de sociëteit Concordia. De behoefte aan een eigen ontmoetingsplaats als Nederlanders onder elkaar was groot. De ‘suikerlords’ stimuleerden oprichting en bouw van een sociëteit. Een dochter van de bekende “suikeraristocratie” Eschauzier legde op 25 maart 1905 de eerste steen. De bouw startte feitelijk pas in maart 1906 en op 30 augustus van dat jaar was de sociëteit gereed.
In het Indisch Bouwkundig Tijdschrift van april 1907:
“Sinds weinige maanden kan Modjokerto met trots wijzen op eene nieuwe sociëteit, een ruim en fraai gebouw met een groot tooneel en nette decors, alles met aerogeengas-verlichting. Het societeitsgebouw, zooals dit op bijgaande teekeningen is afgebeeld, werd door den ingenieur 2e. klasse E. H. Karsten ontworpen en door den opzichter 3e klasse T. K. Manupassa uitgevoerd in opdracht en voor rekening van ‘de suikerfabrikanten der afdeeling Modjokerto. Het gebouw staat in het centrum van de kotta met het front naar de aloon-aloon. Wij vestigen in de allereerste plaats de aandacht op den voorgevel, die door de drie groote elliptische, niet bekleedde bogen en door toepassing van een antieke, muurbekroning ontegenzeggelijk den indruk geeft van kracht, doch waarvan het aesthetisch effect ons evenwel niet kan bevredigen.” 1)
Het gebouw werd met de nodige feestelijkheden in gebruik genomen:
“Schitterend waren de feesten ter inwijding der nieuwe sociëteit. Het feest op den 30en ; Augustus van verleden jaar in de soos, ter eere van de verjaring van Hare Majesteit de Koningin, was eigenlijk het openingsfeest van het nieuwe gebouw. Dank zij de ruime bijdra2jen van de suikerondernemingen, werd een kleine f 3000,— bijeen gebracht, waardoir men in de gelegenheid gesteld werd volksvermakelijkheden, tearrangeeren, teneinde o )k de bevolking braaf pret te laten maken. Het fcesterrein, de aloon – aloon, waar het nieuwe societeitsgebouw staat, prijkende met een paar fraaie eerepoorten en met groen en vlaggen, zag er dan ook recht feestelijk uit. Eene drukke menigte verdrong zich gedurende een paar dagen op den aloon- aloon voor de passar- raalera en velerlei andere pret. Het gecostumeerd kinderbal door ’t Italiaansch
quintet opgeluisterd, was ter eere van Mej: Eschauzier, die 25 Maart I ’05 den eersten steen van de nieuwe sociëteit gele/d had, zooals het in den muur in het voorgeleelte van het gebouw geplaatst inirmeren bordje aangeeft.” 2)
Jammer genoeg heb ik geen bronnen gevonden die gedetailleerde informatie hadden kunnen geven over bezoekers, voorstellingen en hoe het met het gebouw is gegaan na de Nederlandse tijd. Uit eigen waarneming heb ik in ieder geval geen sporen gezien aan de huidige alun alun of centrale plein, waar de sociëteit was gelegen. Gebrekkig onderhoud en verloedering, het lot van menig koloniaal erfgoed, zouden wel eens geleid kunnen hebben tot sloop.
De Oudheidkundige Vereniging ‘Madjapahit’ en de oprichting van een museum
De Nederlandse architect Henri MacLaine Pont en regent R.A.A. Kromodjojo Adinegoro richtten op 24 april 1924 de Oudheidkundige Vereeniging Madjapahit op. 3)Beiden beseften dat de archeologische vondsten uit het tijdperk van het rijk Modjopahit moesten worden beschreven en bewaard voor de toekomst. Waar kon dat beter dan in een Oudheidkundig Museum? De vondsten in de vorm van beelden, bas-reliefs en kleiner beeldhouwwerk uit de Boeddhistische en Hindoeperiode waren afkomstig uit de regio direct rond de stad en met name uit het buurplaatsje Trowulan. In 1999 zouden de in Mojokerto bewaarde collecties worden overgebracht naar het nieuwe, grote museum in Trowulan. Daar is een voor een breder publiek ingerichte locatie ontstaan met meer gelegenheid voor een dagje uit met familie, bedrijf of school. Zelfs een gouden liggende Boeddha maakt deel uit van deze beperkte mate van “ver-Disneysering” van de resten van Modjopahit.
Betekenis van de Oudheidkundige Vereniging ‘Madjapahit’
Architect MacLaine Pont had veel oog voor de inheemse cultuur, geschiedenis en tradities van Java. Hij heeft veel daarvan willen integreren in zijn werk. Zowel qua ontwerp als materiaalgebruik. Met deze interesse voor de inheemse wereld week hij af van wat de gemiddelde Nederlander in de kolonie daarvan vond. In de periode waarin het Indonesisch nationalisme in opkomst was, betekende deze waardering veel voor het inheems zelfbewustzijn. Het in de negentiende eeuw doorgebroken superioriteitsgevoel van de Westerling zou zijn einde vinden na de bezetting door de Japanners in 1942. De oprichting van de vereniging Madjapahit was een beweging tegen de stroom in van de onderdrukking van het Indonesisch nationalisme in de jaren twintig, begin dertig en is te zien als een succes voor de inheemse culturen van de kolonie. Daarnaast moet vooral het wetenschappelijke nut worden genoemd. De vereniging droeg zorg voor beschrijven en goed bewaren van materieel en immaterieel inheems erfgoed. Door te verwijzen naar het ooit roemrijke eigen verleden, hoopte men de vinders van erfgoed ervan te weerhouden materialen te gebruiken voor (weliswaar) nuttige zaken als de woning, infrastructuur (wegen en muurtjes) of decoratie van het eigen erf. Eerder al had archeoloog en historicus Pieter Vincent van Stein Callenfels hiertoe de aanzet gegeven. 3)
Westerse cultuur in vooroorlogs Modjokerto
In Louis Couperus’ boek ‘De stille kracht’ verzucht in Batavia de Nederlandse dame Eva Eldersma dat het leven in Indië ondanks enig amusement saai is en naar Europa verlangt. Op positieve reacties van haar gezelschap op de uitvoering van Giuseppe Verdi’s ‘Ik trovatore’: “Ik heb je extase gezien, toen de Italiaanse opera uit Soerabaja verleden keer in de Sociëteit…de Trouvère kwam spelen. Je was verrukt.” (…) Maar twintig jaar geleden – zo hoor ik- was men hier ook verrukt over…De Trouvere. Soms…ineens beklemt het me. …en dat ik nooit zal wennen, en heb ik een heimwee naar Europa, naar leven.” (…) 5)
De provinciestad Modjokerto was pas later Westers geworden en hoewel het pas intussen al 1906 was, werd de komst van een sociëteit meer dan verwelkomd. Het zal duidelijk zijn dat de Europeanen in dit slaperige Javaanse plattelandsstadje dringend behoefte hadden aan ontspanning en cultuurbeleving met gelijkgestemden.
Gertrud Leistikow (1885-1948): moderne Europese dans in het stille Oost-Java?
De in de vergetelheid geraakte Duitse danseres en choreografe Gertrud Leistikow die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de moderne dans, is moeilijk in verband te brengen met het Oost-Javaanse Modjokerto. Deze Duitse met Poolse achtergrond, had zich in gevestigd in Amsterdam. De avant-gardistische vernieuwingen in haar dansuitvoeringen vonden bij onze Oosterburen geen voedingsbodem. Niet vreemd misschien in die tijd dat haar voorstellingen als grotesk, bizar werden gevonden. Ook danste ze naakt met maskers op. De voornamelijk burgerlijke elite zal inderdaad ‘niet mooi’ hebben gevonden, shockerend en onfatsoenlijk. 6)
In 1921 vertrok Getrud Leistikow naar Nederland om te trouwen met rozenkweker Piet Jongman. Na enige jaren stopte ze met dansen om zich toe te leggen op het lesgeven. De reden was omdat ze kostwinner was geworden omdat haar man was gestopt met werken. In 1924 ging ze op tournee in Nederlands-Indië en had veel succes. Ze heeft op Bali ook een ontmoeting gehad met haar landgenoot schilder Walter Spies. In 1937 besluit Gertrud Leistikow zich te vestigen in Nederlands-Indië. Na jaren van economische depressie had ze dringend inkomsten nodig en hoopte in de kolonie meer fortuin te vinden. 7)
Ze richtte in Malang een dansschool op maar moest door gebrek aan voldoende leerlingen ook in Soerabaja, Madioen en…Modjokerto les geven. Het lijkt niet waarschijnlijk dat ze haar eigen dansstijlen zal hebben overgebracht maar dat ze klassiek ballet gaf aan de kinderen van de nette, burgerlijke Nederlandse koloniale elites. Het vele reizen tussen de plaatsen waar ze les gaf was in de tropische omstandigheden vermoeiend en tijdrovend. Gertrud Leistikow besloot om in 1939 naar Nederland terug te keren. 8)
Gertrud Leistikow heeft zich min of meer gedwongen ook moeten richten op activiteiten in Modjokerto, niet vanwege een bijzondere interesse. In die hoek van Java behoorde de stad eind jaren dertig tot de grotere plaatsen met meer potentiële leerlingen voor de dansschool. Het blijft natuurlijk een feit dat een van de pioniers van de moderne dans er ook even is neergestreken.
Jean-Louis Pissuisse (1880-1927)
In het vierde deel van deze artikelserie had ik geschreven over de tournee (1925-1927) in Indië van Nederlands bekendste zanger-cabaretier vóór de Tweede Wereldoorlog. Tijdens dat verblijf in de kolonie schreef Pisuisse brieven naar Nederland en aan zijn vriendin en later vrouw actrice Fie Carelsen (1890-1975) in Soerabaja. Tijdens zijn verblijf in hotel Juliana tegenover het station in Modjokerto werd Pisuisse niet heel blij van het lawaai dat Indonesiërs en hun huisdieren maakten bij het krieken van de dag. Een ervaring die nog helemaal actueel is in het huidige Indonesië. Ik heb niet kunnen vinden waar Pisuisse heeft opgetreden, waarschijnlijk in de theaterzaal van sociëteit Concordia.
Was Modjokerto wel het typisch slaperige Javaanse provinciestadje? Op 13 november 1913 schreef Pisuisse aan Fie Carelsen verder over het onvrijwillig vroeg opstaan:
“Met dat al was ik er vanmorgen om vijf uur uit. Wel ben ik nog even in m’n bed gegaan, maar nu begon me waarachtig hier recht tegenover het hotel ’n grammophoon te draaien, die ons gisteravond reeds de poêzie van het schemeruur had bedorven, door, behalve veel andere verheffende gezangen, niet minder dan negen maal ‘Anna, waar wacht je op?’104 ten gehoore te brengen. En verdomd, vanochtend om zes uur – wat moeten dat ’n intellectueele en artistieke lui zijn! – vanochtend om zes uur was ’t wéér: ‘Annà, waar wacht je òp… patatatàta.’ En, zie je, daarom èn omdat het ’n lekkere frische ochtend is, dáárom zit ik nou aan jou te schrijven. Goed?” 9)
Slot
Met deze drie voorbeelden heb ik alleen kunnen laten zien dat het kleine Modjokerto van vóór de oorlog in beeld was bij belangrijke dragers van de Nederlandse cultuur. De sociëteit Concordia speelt cultureel-historisch een sleutelrol door de artiesten een podium te bieden. Jammer genoeg levert mijn verkenning van het culturele leven van de Nederlandse en Indische gemeenschap in mijn geboorteplaats vóór de oorlog, zeer beperkte informatie op. Mogelijk dat degenen die een verleden hebben in Modjokerto of dat hebben doorgegeven, die vast en zeker interessante informatie gaan delen?
Eerdere artikels over Modjokerto/Mojokerto lezen: ga naar de themapagina Sociale geschiedenis.
______________________________________________________________________Noten
1) Indisch Bouwkundig Tijdschrift. Orgaan der Vereeniging van Bouwkundigen in
Nederlandsch-Indië. Tiende jaargang, april 1907, p. 63.
2) Idem, p. 64.
3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Maclaine_Pont
4) http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/steincallenfels.
Ben F. van Leerdam, Architect Henri MacLaine Pont. Een speurtocht naar het
wezenlijke van de Javaanse architectuur, Delft 1995 (academisch proefschrift).
5) Louis Couperus, De stille kracht, p. 63.
6) Korte biografische gegevens Gertrud Leistikow:
http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Leistikow
7) J.A. de Boer, Gertrud Leistikow en de moderne, ‘Duitsche’ dans. Een biografie.
Academisch proefschrift Universiteit van Amsterdam 2015.
8) Ibidem.
9) Mijn liefste lief(1989)–Jean-Louis Pisuisse
10) ‘Anna, waar wacht je op?’ was een liedje gezongen door Albert Bol. Hij was één
van de eerste artiesten die gebruik maakte van de platenindustrie om zijn
populariteit te vergroten.
Internetbronnen en literatuur
J.A. de Boer, Gertrud Leistikow en de moderne, ‘Duitsche’ dans. Een biografie. Academisch proefschrift Universiteit van Amsterdam 2015.
Ben F. van Leerdam, Architect Henri MacLaine Pont. Een speurtocht naar het
wezenlijke van de Javaanse architectuur, Delft 1995 (academisch proefschrift).
URL: http://dare.uva.nl/document/2/158102
Indisch Bouwkundig Tijdschrift. Orgaan der Vereeniging van Bouwkundigen in Nederlandsch-Indië. Tiende jaargang, april 1907, pp. 63-63.
Jean-Louis Pisuisse (1880-1927), korte biografie.
Mijn liefste lief(1989). Brieven van Jean-Louis Pisuisse aan Fie Carelsen