Humphrey de la Croix
Het gebied van de Minangkabauers in West-Sumatra werd op 28 juni 1926 getroffen door een aardbeving. In de hele regio verwoestte deze gebouwen en huizen. Het ergst de stad Padang Pandjang die grotendeels getroffen werd. De eerste schok was om 10.23 uur. Deze had de kracht van 6,7 op de schaal van Richter en was daarmee een zware. Een tweede beving was om 13.15 uur, die een kracht had van 6,4 op de schaal van Richter. De schokken waren 75 km verderop goed voelbaar in de havenstad Padang. Daar was geen schade ontstaan. 1)
Aardbevingen treffen Sumatra regelmatig. Pas geleden nog in de nacht van vrijdag 1 naar zaterdag 2 oktober 2022. Deze was in Sibolga in Noord-Sumatra. 2) Het eiland ligt in het grensgebied van twee aardplaten, de Indo-Australische plaat en de Sundaplaat. De eerste ligt voor een groot deel onder de Indische oceaan en schuift als het ware onder de tweede, de Sundaplaat, gelegen onder Sumatra. De wrijving tussen de platen leidt tot aardbevingen. Ook tsunami’s zijn een gevolg van die beweging. De tsunami van december 2004 die Aceh tot het zwaarst getroffen gebied maakte, was veroorzaakt door een aardbeving. Onder water ontstaan ook zeebeving genoemd. 3)
Verwoesting Padang Pandjang
De schade was dusdanig dat Padang Pandjang grotendeels verwoest was. Grote panden zoals het station, de Nutsspaarbank, scholen, militaire gebouwen en duizenden huizen lagen tegen de vlakte. In het gehele getroffen gebied was de geschatte schade 2,5 miljoen gulden. 354 mensen overleden als direct gevolg van instortende gebouwen en puin in de openbare ruimte dat hen raakte of waaronder ze bedolven raakten. De naschokken maakten nog eens 57 dodelijke slachtoffers. Het aantal huizen dat verwoest werd was in totaal 2.856. Padang Pandjang telde destijds minder dan 10.000 inwoners. Ter vergelijking zijn het er in 2020 54.421. 4)
De aardbeving trof het stadje op een van de twee marktdagen die wekelijks werden gehouden. Naast de lokale bevolking waren er veel inwoners uit de omringende regio om er hun inkopen te doen. Daardoor waren er meer slachtoffers gevallen dan alleen die van de plaatselijke populatie.
Getuigen zagen bewoners dode kinderen en volwassenen op draagbaren verplaatsen. De apotheker Schmidt raakte in zijn huis bedolven onder vallend puin. Hij overleed toen hij zijn kind redde. Personenauto’s en vrachtwagen reden heen en waar naar Fort de Kock (nu: Bukittinggi) om gewonden en lichamen af te voeren. Militairen waren ingezet voor transport, het bouwen van tentenkampen, chaos en op langere termijn ziekten voorkomen door gebrek aan schoon water en voedsel. 5)
Bron foto’s galerie: Tropenmuseum.
De ramp in de ogen van bevolking en het koloniale bestuur
Materieel was er zondermeer sprake van een enorme ramp. Het persoonlijk leed van nabestaanden van de slachtoffers en verlies van hun bezittingen zou jaren nawerken in het dagelijks bestaan.
Onderzoekers Alicia Schrikker en Sander Tetteroo deden onderzoek naar de sociaal-culturele en politieke dimensie van de aardbeving van 1926. Ze onderscheiden daarin een verschil dat inwoners en het koloniale bestuur gaven aan de ramp. De eersten gingen niet alleen aan slag maar voelden de urgentie zich te bezinnen over hun bestaan. Hadden ze nu geleefd als zondaars? Hoe dan God weer gunstig stemmen zodat de dag des oordeels niet al snel kwam. Het bestuur was vooral praktisch gericht en bezig met het onderbrengen van de daklozen en aanpakken van de schade. 6)
Ramp begin van nadenken over het leven en de toekomst
De Covid-19-pandemie als een soort ramp leidde in de samenleving tot bezinning en herijken van het bestaan zoals we dat voerden. De lockdowns lieten de mensen ervaren dat door thuis werken hun gebruik van de auto verminderde. Makkelijk zomaar te kunnen vliegen wanneer je wilde was er niet meer bij. De lagere uitstoot van CO2, stikstof en andere schadelijke stoffen zorgden voor een heilzaam effect op de natuur. De luchtkwaliteit was merkbaar verbeterd.
Een gevoel en besef ontstonden dat het voortaan anders moest en zou kunnen kwam op. We zagen ook dat door de pandemie en de maatregelen van de overheid het werkelijke gezag van de overheid blootlegde en welke vaak sluimerende opvattingen in de samenleving kwamen bovendrijven. Van complottheorieën tot volledig vertrouwen in overheid en wetenschap.
Terug naar West-Sumatra in 1926 en het onderzoek van Schrikker en Tetteroo.
De aardbeving liet de grote sociale cohesie zien van de Minangkabauers als etnische groep. Een samenleving met een ontwikkeld en sociaal systeem en volksrecht. Met wortels in een ver verleden.
Voor de bevolking was de aardbeving een teken van goddelijke tussenkomst. De aankondiging van het einde der tijden, de dag des oordeels zoals in de Koran als profetie beschreven. De mensen voelden zich vooral als zondaars bestraft en deze ramp was nog maar een begin. 7)
In de praktijk was dat te zien in het verschil in voortvarendheid waarin de bevolking en bestuur het herstel oppakten. Dat paste geheel bij het beeld dat over Minangkabauers bestond. Een actief volk van handelaren dat van aanpakken wist. Het koloniaal bestuur was in de tussentijd zich aan het informeren over wat er gebeurd was en wat het nu te doen stond.
De aanblik van de verwoestingen en de persoonlijke ellende die de inwoners trof, zette de bevolking direct in beweging om hun stad en land weer op te bouwen. 8)
De ramp als goddelijke interventie betekende dat met maximale inspanning de schade werd hersteld. Anders zou een volgende goddelijke interventie de fatale laatste worden. De wederopbouw van de moskee had het primaat. Dan kon het leven naar de Koran met grote intensiteit weer leidend zijn en door vragen naar vergiffenis hopen dat Allah de mensen weer goedgezind zou zijn. 9)
De lokale gemeenschappen waren van opvatting dat ze daarvoor zelf geheel verantwoordelijk waren. Daartoe deden ze geen beroep op het Nederlands koloniaal bestuur. Dat betekende overigens niet dat de Minangkabauers hulp zouden weigeren. Het zou de wederopbouw alleen maar versnellen.
De vraag is of de lokale gemeenschap vertrouwen had in het bestuur. De bevolking regelde in feite veel zelf. Met name het oprichten van steunacties om geld en goederen in te zamelen. In een van de dorpen was zelfs het standpunt dat steungelden uit Nederland of van het bestuur, niet moesten worden gebruikt om een nieuwe moskee te bouwen. Dat zou in overeenstemming zijn met de goddelijke interventie, de wake upcall als zouden de mensen te zondig leven. De gemeenschappen moesten het herstel van moskee en de daarmee samenhangende geloofsgemeenschap zelf opbrengen. En wel onmiddellijk.10)
Minangkabauwers waren handelaars die zich over de gehele archipel hadden gevestigd. Het is begrijpelijk dat de donaties vervolgens uit geheel Indië naar het rampgebied kwamen. Samen met de eensgezindheid en een sterke beleving van de Minangkabause identiteit slaagde de bevolking erin de schade te herstellen.
De steunacties hadden vaak de vorm van markten, muziek-, dans- en toneeluitvoeringen. Op 8 augustus 1926 organiseerden verenigingen van Sumatranen in Java/Batavia een liefdadigheidsavond. Wat opviel was dat de liederen en toespraken niet zozeer een Minangkabause als wel een Sumatraanse identiteit leken uit te dragen. Dat was niet eerder vertoond en het leek het begin van een Sumatraans nationalisme. De ramp kreeg zo een politieke dimensie al was het een nog lichtgekleurde. Een jaar later vonden rellen en opstanden plaats waarvoor communisten als daders werden aangewezen. Er was wel degelijk sprake van versterkte politisering en gericht tegen de kolonisator en de koloniale relatie. 11)
Het koloniale bestuur
Voor het koloniale bestuur was de ramp in eerste aanleg een materiële kwestie. Het was zaak hulpverlening, opvang van dakloos geworden inwoners, materieel en geld in te zetten. De Nederlanders waren zéker niet alleen gericht op het materiële en financiële aspect. De Ethische Politiek die zich uitte in meer aandacht voor de noden van de inheemse bevolking, dwong het bestuur de zorg voor de slachtoffers substantieel gevolg te geven. Niet alleen in woorden maar in daden en met de daarvoor onmisbare financiële middelen en personele inzet.
In de oproepen om het gebied financieel en materieel te steunen liet het koloniaal bestuur niet na te benadrukken dat op Nederland en de Nederlanders een verantwoordelijkheid rustte jegens de kolonie. Wederkerigheid was daarbij vanzelfsprekend. De archipel was niet alleen om het moederland te bedienen maar mocht ook rekenen op een koloniaal bestuur dat welzijn en gezondheid van de inheemse bevolking een belangrijke plaats gaf. 12)
Over in hoeverre de meer ethische visie daadwerkelijk de getroffen bevolking heeft geholpen zou onderwerp van onderzoek kunnen zijn. Het koloniaal bestuur liet niet na de eenheid van allen in de kolonie en de wederkerigheid te benadrukken. Hiermee werd respectievelijk gesuggereerd de vanzelfsprekendheid van saamhorigheid en morele plicht van de kolonisator er voor de bevolking te zijn en haar niet alleen in te zetten voor exploitatie van haar territorium. Het bestuur liet niet na de gehele bevolking van het Koninkrijk uit te nodigen het getroffen gebied te ondersteunen.
De mate van steun die het bestuur werkelijk gaf bij de wederopbouw zou kunnen worden afgeleid uit het feit dat oproepen tot steun binnen de lokale gemeenschappen nog jaren voortduurden. 13)
Ten slotte merken Schrikker en Tetteroo op dat de voortvarendheid en eensgezindheid van de bevolking hoe ze op de ramp reageerden een correctie waren op het beeld en vooroordeel van het bestuur. De praktijk toonde overtuigend aan dat de mensen veerkrachtig en weerbaar waren. Eigenschappen die de bevoogdende kolonisator niet snel toewees aan de inheemse bevolking. 14)
Oprichting Steuncomité’s voor hulpverlening in Nederland: Nijmegen
In heel Nederland ontstonden hulpacties voor het getroffen gebied. Per provincie coördineerde het zogeheten Provinciaal Grootcomité lokale steuncomité’s. In Nijmegen hadden burgemeester F.M.A van Schaeck Mathon en zijn vrouw het initiatief genomen om een Voorlopig Comité Sumatraramp in het leven te roepen. Hij riep hiertoe de mensen in Nijmegen en omgeving op zich als lid op te geven. 14)
Van Schaeck Mathon was marineofficier in de periode 1873-1875 en had gevochten in de Atjeh-oorlog. Hij werd daarvoor onderscheiden tot ridder van de Militaire Willemsorde. 15)
Het Voorlopig Comité nodigde de inwoners van Nijmegen uit om lid te worden. Doel was via collectes en oproepen geld in te zamelen. Eigenaars van bedrijven, bestuurders van organisaties ontvingen een brief gedateerd 1926. De vergadering in het stadhuis was geagendeerd op 26 augustus, twee maanden na de ramp. Dat is aanzienlijk minder snel dan huidige oproepen om via Giro 555 geld te storten.
Opvallend was dat van de aangeschreven personen, bedrijven en organisaties er ongeveer evenveel afmeldingen waren als aanmeldingen. De afmeldingen waren meestal tijdgebrek, een andere afspraak en afwezigheid. De afmeldingen wekken de indruk dat de aangeschreven personen graag zich als lid hadden aangemeld. In die tijd was een uitnodiging van het stadbestuur een vorm van waardering.
Voorzitter van het comité was wethouder W.J.H. van der Waarden. De secretaris en penningmeester waren ambtenaren van de gemeente. Na de collectes heeft het comité zich opgeheven. 16)
Het bestuur van het comité meldt op 2 september dat de opbrengst van de collectes gehouden op 25 en 26 augustus is geworden een bedrag van 4.377,89 gulden en een halve cent. Daarnaast hebben de provincie Gelderland en de Nijmeegsche Courant 823,09 afgedragen. In totaal is de opbrengst dan 5.160,63 gulden en een halve cent, en na aftrek ‘der noodzakelijke onkosten’. Naar verwachting zou er ongeveer nog 200 gulden volgen vanuit de verkoop van kaarten. 17)
Affiche van het Plaatselijk Comité om ruim geldelijk bij te dragen aan herstel van het rampgebied in West-Sumatra. Bron: Regionaal Archief Nijmegen
Bron documenten: Regionaal Archief Nijmegen
Slot
De aardbevingsramp kreeg voldoende aandacht in Indië en Nederland. De bevolking had de wederopbouw voortvarend zelf opgepakt. Belangrijke drijfveer was dat ze de ramp als een goddelijke waarschuwing zag omdat ze zondig hadden geleefd. Een volgende ramp zou de dag des oordeels zijn en het einde van de wereld. Het koloniale bestuur zag de ramp voor wat die was. Namelijk dodelijke slachtoffers, een dakloos geworden bevolking en een aanzienlijke financiële schade.
Overal in Indië en in Nederland ontstonden steuncomité’s om geld en goederen op te brengen voor het rampgebied. In Nijmegen riep Atjeh-veteraan burgemeester Van Schaeck Mathon de inwoners op zich als lid aan te melden om collectes te houden.
Noten
1. Dagblad van het Noorden van 1 oktober 2022: https://dvhn.nl/buitenland/Een-dode-en-meerdere-gewonden-door-krachtige-aardbeving-Sumatra-27958549.html
2. https://en.wikipedia.org/wiki/1926_Padang_Panjang_earthquakes
3. https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/tsunami-s-hoe-ontstaan-ze
4. https://en.wikipedia.org/wiki/1926_Padang_Panjang_earthquakes
5. Uit de Heldersche Courant van 1 juli 1926: https://kranten.archiefalkmaar.nl/issue/HC/1926-07-01/edition/null/page/2?query=
6. Schrikker en Tetteroo (2021), pp. 373-374.
7. Ibidem.
8. Schrikker en Tetteroo (2021), p. 374.
9. Idem, pp. 375-376.
10. Idem, p. 374.
11. Ibidem.
12. Schrikker en Tetteroo, p. 376.
13. Ibidem.
14. Idem, p. 379.
15.https://nijmeegsglorie.nl/index.php/f-m-a-van-schaeck-mathon
16. Ibidem.
Wikipedia: https://nl.wikipedia.org.wiki/Franciscus_Maria_Amandus_van_Schaeck_Mathon
https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Comit%C3%A9_Sumatraramp_Nijmegen
17. Regionaal Archief Nijmegen: Collectie: 99 Comité Sumatraramp Nijmegen 1926
18. Ibidem.
Bronnen
https://leiden.courant.nu/issue/LD/1926-08-03/edition/0/page/7
Artikel in het archief van de Heldersche Courant: https://kranten.archiefalkmaar.nl/issue/HC/1926-07-01/edition/null/page/2?query=
Regionaal Archief Nijmegen: Collectie: 99 Comité Sumatraramp Nijmegen 1926
Affiche in digitale beeldbank: https://studiezaal.nijmegen.nl/detail.php?nav_id=3-1&id=2179067966
Internet
Over de aardbeving: https://en.wikipedia.org/wiki/1926_Padang_Panjang_earthquakes
Over de tectonische platen in Indonesië: https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/tsunami-s-hoe-ontstaan-ze
Huis van de Nijmeegse geschiedenis over het Comité Sumatraramp Nijmegen:
https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Comit%C3%A9_Sumatraramp_Nijmegen
Artikel. Auteurs: Alicia Schrikker en Sander Tetteroo, De koloniale ruimte herbezien. De politiek-culturele beleving van natuurrampen in de 19e en vroege 20e eeuw. In: Lotte Jenssen (red.), Crisis en catastrofe. De Nederlandse omgang met rampen in de lange negentiende eeuw, Amsterdam 2021, pp. 218-241.
https://www.aup-online.com/docserver/fulltext/25888277/4/3-4/DMT2020.3-4.011.TETT.pdf?expires=1664045940&id=id&accname=guest&checksum=DDBFFB166D3D6AB6AE5E0FA81B21675C
Literatuur
Lotte Jenssen (red.), Crisis en catastrofe. De Nederlandse omgang met rampen in de lange negentiende eeuw, Amsterdam 2021.
Online toegankelijk: https://library.oapen.org/bitstream/handle/20.500.12657/48637/Jensen_ePdf.pdf?sequence=1