Familieverhalen | Boekrecensie ‘Akal. Overleven in Nederlands-Indië’

Boek: ‘Akal. Overleven in Nederlands-Indië’
Schrijfster: Lilja Anna Perdijk
Jaar van uitgave: 2022

Humphrey de la Croix

 

‘Akal. Overleven in Nederlands-Indië’ is het debuut van Lilja Anna Perdijk. Zij noemt haar boek een historische non-fictie roman. Dat is voor mij even nadenken wat het genre precies is. Ik zal daar aan het eind van deze bespreking mijn conclusie over trekken.
De hoofdrol in het boek is George Wilhelm ‘Bo’ Keller (1928 – 2021). Deze op Sumatra geboren Indo-Europeaan kende een bewogen leven waarover hij eindeloos leek te kunnen vertellen. Zijn verhalen vormen nu chronologisch verteld het boek. In dat opzicht is dat het non-fictieve deel van de roman. ‘Akal’ staat voor behendigheden, sluwheden, listen die een persoon sterk maken om problemen aan te gaan. Zoals in de subtitel van het boek staat: ‘overleven’.
‘Akal’ is als boek bijzonder in de zin dat een in de kolonie zogeheten boeng ketjil, kleine broer (=Indo), het perspectief van waaruit een voor velen onbekende Indische wereld tot leven komt. Sociologisch gezien vormden de kleine Indo’s het merendeel binnen de groep Indo-Europeanen. Het waren degenen die de voor Europeanen bestemde Europese lagere school hadden gevolgd en in mindere mate de middelbare. Indo-Europeanen bezetten in bedrijven, het Binnenlands Bestuur en leger en marine de lagere en een deel van de midden-functies. Veel van de kleine Indo’s behoorden wat tegenwoordig heet ‘werkende armen’.

Bo Keller als soldaat van het Regiment Van Heutsz Foto: De Nederlandse krijgsmacht: https://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/kl/269-officieren-van-het-nederlandse-leger/infanterie/987-keller-george-wilhelm

De wereld van Bo Keller is haast zintuiglijk te ervaren door de verteltrant van de hoofdrolspeler. De schrijfster slaagt erin die wereld weer te geven. De verhalen geven een veelheid van aspecten door van het leven in de kolonie van de boeng ketjil. In het individu Bo Keller komen meerdere aspecten bijeen van het leven in de kolonie, dat je zou kunnen noemen als rafelig en vaak ongepolijst. Zo is het feit dat Bo’s ouders hem door zijn grootvader laten opvoeden geen uitzonderlijk verschijnsel. Vaak is dat gevolg van gebrekkige financiële middelen of gewoonweg maakten mensen dat soort afspraken over een kind. Gevolg is een vervreemding van zijn ouders, echter niet van zijn broers en zussen.

Als kind voelt Bo Keller zich het meest thuis in en verwant aan de inheemse wereld. Omgang met ‘inlanders’ en hun cultuur werd echter in Indo-Europese kringen niet gewaardeerd. Dit stands- en rassenbewustzijn vormde de tragiek van de tussenpositie van de Indo. Terzijde: ‘Indo’ als aanduiding voor personen van gemengde afkomst had een negatieve lading en werd ook door sommige Indo-Europeanen liefst vermeden. Heden ten dage gebruiken jongere Indische Nederlanders ‘Indo’ als geuzennaam. De repatrianten die aan te merken waren als behorend tot de boeng ketjil, bleven zich Indo noemen, een voor hen neutraal begrip.
Een rode draad door het leven van Bo Keller is geweld. Als jongen onvermijdelijk in zijn Indisch-inheemse omgeving. Later als beroepsmilitair in de periode 1945-1949 en als vrijwilliger in de Korea-oorlog. Hij vertelt levendig maar tegelijk neutraal over ondervonden en uitgeoefend geweld. Het lijkt een impliciet en niet emotioneel te articuleren element in zijn leven. Anderzijds toont Keller zich een sociaal bewogen persoon die andermans armoede, discriminatie en andere onrechtvaardigheid niet kan verdragen. Hij was zowel de lieve en empathische mens die tegelijk geen principiële moeite had om geweld te gebruiken. Althans, institutioneel geweld als militair zijnde en daarbij overtuigd van het werken aan een goede zaak.
Wat Bo Keller erg moeilijk vond was dat hij na de Japanse capitualatie en tot 1950 de strijd moest aangaan met zijn Indonesische boeng. Overtuigd echter van de rechtvaardigheid van het Nederlands militair optreden bewees hij zich loyaal aan Nederland.

Het boek doorloopt Bo Keller’s leven vanaf zijn vroege jeugd tot zijn laatste levensjaren in Nederland. Duidelijk is dit de opeenvolging van de gebeurtenissen in zijn leven en dan geplaatst tegen de achtergrond van de grote historische ontwikkelingen. Het is deze verbinding tussen kleine en grote geschiedenis die deze laatste invoelbaar maken. Welk resultaat heeft het boek voortgebracht? In ieder geval inhoudelijk een verhelderend beeld over wat het concrete dagelijks leven was door de ogen van een kleine Indo. Het verhaal van de grote groep binnen de Indo-Europese die een bestaan leidde waarin het inheemse sterker was dan de Europese elementen als zakelijkheid, arbeidsethos en afstandelijkheid. De schrijfster slaagt erin de warmte en onderlinge loyaliteit van de kleine Indo’s onder elkaar over te brengen. Dat helpt om de huidige groep Indische Nederlanders die inmiddels vier generaties deel uitmaken van de Nederlandse samenleving, in hun onderlinge verschillen en overeenkomsten te herkennen.

Bo Keller als gepensioneerd militair trok hij het ceremonieel tenue van zijn Regiment Van Heutsz aan bij gelegenheden als gids in het museum van Militair Tehuis Bronbeek te Arnhem. Foto: https://www.rijnmond.nl/nieuws/117023/korea-tussen-oorlog-en-vrede

Literair gezien is dit boek geen roman. Daarvoor zijn een plot nodig en een ontwikkeling van het personage, of liever in dit geval de hoofdpersoon. De lezer is getuige van vooral de daden waarbij emoties niet onvermeld blijven. Drijfveren achter die daden komen minder of amper naar voren. Het is waar dat de hoofdpersoon nadenkt en reflecteert op zijn handelen en ervaringen. Wat het hem echt doet is niet altijd helder. Dat is geen zwakte van het boek, wel een gemis. Maar het is van de hoofdpersoon afhankelijk of je toegang krijgt tot de diepere lagen van de persoonlijkheid.
Narratief gezien heeft de schrijfster een mengeling van interviewmomenten en verslag in de tekst ingebouwd. De hoofdteksten lezend komen de verhalen over als feitelijke weergaven én tegelijk door gebruik van de ‘ik-vorm’ is het een zeer leesbaar boek omdat je als het ware in dat leven wordt betrokken.

Bo Keller in 2019. Hij overleed op 5 januari 2021

Het boek is geen roman maar door de sterk verhalende vorm levendig vertelde historie. Bo Keller, een kleine Indo, zoals zoveel anderen, met een verhaal dat hen door herkenning en erkenning veel plezier zal doen. Je zou kunnen zeggen dat ‘Akal’ zijn meester heeft gezien in Tjalie Robinson, de Indo-schrijver die juist de wereld van de boeng ketjil de nodige positieve aandacht gaf. Evenals Tjalie was Bo Keller een Indo die zijn natuurlijke habitat, de Indonesische archipel, moest verlaten. De repatriëring had als effect het zich tussen twee sferen zijn terechtgekomen, terugkeer naar Indonesië waar hij zich het meest thuis voelde was ondenkbaar geworden. De aanpassing in Nederland voltrok zich, het hart was in Indonesië. Net als Robinson is Bo Keller de Indo die trots is op zijn Indo-zijn, een man met bravoure en met het hart op de goede plaats.

Het boek breng je naar de leefwereld van de kleine Indo in het Indië in zijn nadagen. De vlotte schrijfstijl en de soms opmerkelijke persoonlijke ontboezemingen maken ‘Akal’ een aantrekkelijk boek. Een laatste en kritische kanttekening is dat er meerdere spel- en schrijffouten mij zijn opgevallen. Dat is onnodig en te voorkomen in een volgende druk..


Oktober 2022. Boekhandel Dekker & Van de Vegt te Nijmegen: ‘Akal’ en andere boeken over koloniale geschiedenis

Informatie van het boek
ISBN9789083260105.
Uitgegeven in eigen beheer
Jaar van uitgave: 2022
Nadere informatie: www.lilja.nl