Familieverhalen | Herinneringen aan de landbouwkolonie Brassan in Oost-Java

door Ben Anthonio (bewerking Humphrey de la Croix)

Inleiding

Ben Anthonio 2008

Ben Anthonio heeft eerder een bijdrage geleverd over kinderspelletjes uit voormalig Nederlands-Indië. Daarnaast heeft hij als klein kind gewoond in de toenmalige landbouwkolonie Brassan, gelegen op Oost-Java nabij Banyuwangi. Hoewel zijn herinneringen voor een groot deel de impressies zijn van een jong kind, krijgen we een beeld van een van de landbouwkolonies waarin een aantal Indo-Europeanen een toekomst voor zichzelf zag weggelegd. Het onderwerp is bij veel Indo’s niet bekend, zéker bij jongere generaties. Ook publicaties zijn niet bekend.

Het verschijnsel landbouwkolonies voor Indo’s Deze beknopte inleiding geeft enige achtergrondinformatie geven over het verschijnsel landbouwkolonie in voormalig Nederlands-Indië. Ideeën en inititiatieven om Indo’s landbouw te laten bedrijven kwamen voort uit het Indo-Europees Verbond (IEV), de Indische beweging die zich sterk maakte voor de belangen van de Indo-Europeaan. Door de sterke ontwikkeling van het inheems nationalisme in de periode 1910 tot 1930 werd het Indo’s duidelijk dat de Indonesische volken sociaal en politiek zelfbewuster waren geworden. In de meest radicale kringen was niets meer en minder dan de onafhankelijkheid van de Indonesische volken de inzet. Voor de Nederlandse koloniale overheerser was er geen plek in de toekomst weggelegd. De Indo-Europeanen werden gedwongen na te denken over hun rol in een eventueel zelfstandig Indië. Wat zou hun positie kunnen zijn in zo’n toekomst waarin de “inlandse” volkeren het voor het zeggen zouden krijgen? De volgelingen van Ernest Douwes Dekker en de Indische Partij zagen een toekomstig Indonesië waarin de Indo-Europeaan samen met de Indonesiërs zouden optrekken. Dus los van de Nederlanders. Het IEV was een gematigde en defensiever ingestelde beweging die met name de “concurrerende” positie van beter opgeleide Indonesiërs vreesde. Het was sinds de jaren twintig van de vorige eeuw al merkbaar dat “Europese” banen niet exclusief meer werden ingevuld door totoks en Indo’s. In leger en binnenlands bestuur kwamen er steeds meer Indonesiërs te werken. Weliswaar nog het meest in de lagere rangen en banen, maar onmiskenbaar aanwezig. De Indo was van oudsher al erg afhankelijk van de banen in midden- en lager kader bij het Binnenlands Bestuur. Het was dus noodzakelijk geworden te zoeken naar andere economische sectoren, waarin de Indo’s stabiele werkkringen konden vinden.

Streven naar een Indoboerenstand De wens om grond te bezitten en te exploiteren was niet nieuw. De achtergrond hiervan was dat in toenemende mate eer groep was ontstaan van arme Indo’s. In de negentiende eeuw werd het streven naar grondbezit voor Indo’s en Europeanen in het algemeen, echter een flinke klap toegebracht met de Agrarische Wet. Het was Indo’s niet toegestaan grond te bezitten. Toch trok een aantal Indo’s zich hier niets van aan en verbouwden in deelpacht land van inheemsen. Met name was dat in Oost-Java het geval. Het Gouvernement handhaafde ten slotte strikt en onteigende de grond. Het vergrootte wederom een gevoel van achterstelling van de Indo ten opzichte van de inlander. Dit verbod op grondbezit of vervreemdingsverbod gold niet voor Nieuw-Guinea. Reden was eenvoudigweg dat het gebied door de afstand, het isolement en de weinige kennis ervan geen aandacht kreeg. Zo ontstond het idee om Nieuw-Guinea te verklaren tot het nieuwe thuisland van de Indo. De aanzet tot het idee kwam van A. Th. Schalk, IEV-bestuurslid van de afdeling Banjoewangi. Zelf was hij een van degenen van wie de grond was onteigend. Het hoofdbestuur van het IEV vond zijn plannen echter niet realistisch en bovendien een zwaktebod. Uitwijken naar Nieuw-Guinea kon worden uitgelegd als het falen van de Indo’s zich op Java te handhaven. Ondanks de kritiek was het Nieuw-Guinea-idee niet meer te negeren. Schalk ging door met het uitwerken van zijn ideeën om een heuse volksplanting te starten op Nieuw-Guinea. Vanaf 1929 gingen er daadwerkelijk Indo’s heen, maar deze pioniers slaagden er niet in een boerenbedrijf te ontwikkelen.

Project De Giesting, Zuid-Sumatra
Met steun van het Gouvernement werd er op Zuid-Sumatra ook een landbouwkolonie gesticht, de Giesting. Het IEV kreeg in 1925 de toezegging dat een gebied van maximaal 5000 bouw beschikbaar kwa, evenals een krediet van 100.000 gulden. Binnen de Indogemeenschap was er al meteen veel belangstelling. In 1926 vertrokken de eerste nieuwe, “indoboeren”. Hoewel er veel fondsen bij elkaar werden gevonden, de pachtprijs laag werd gehouden, er basisvoorzieningen waren als een school, medische post en winkeltjes was de startfase niet succesvol. Bovendien woonden er door de strenge toelatingseisen de eerste drie jaar slechts een 24-tal gezinnen op de onderneming. De uite de hand lopende kosten betekenden de nekslag voor het project. Het imago van De Giesting verslechterde in rap tempo. Het IEV wilde dit niet onderkennen omdat het nu eenmaal om een paradepaardje ging. Al met al was het een mislukking geworden.

Brassan en Kesilir, Oost-Java
Ondanks het fiasco van De Giesting, geloofde het IEV in een agrarische toekomst voor de Indo’s. Meer landbouwkolonies werden opgericht. Op de zuidoost punt van Java bij Kesilir en nabij Banyuwangi te Brassan, waar Ben Anthonio zijn jonge jeugdjaren doorbracht. Beide projecten werden geen succes. Tragisch is dat de Japanners in 1944 de Indo’s dwongen om op deze complexen te gaan werken. De reden was dat ze zonder succes een beroep deden op hun in wezen Aziatische aard. De schrijver Willem Walraven is in Kesilir tewerkgesteld en er overleden. Over Brassan is minder bekend, maar dankzij Ben Anthonio weten we nu meer over het complex.

Het artikel van Ben Anthonio ontsluiert informatie over de landbouwkolonie Brassan; over dit complex is amper gepubliceerd. Brassan (PDF-bestand opent in nieuw venster).

De steenbakkerij van Persyn in de kleinlandbouwkolonie Brassan Banyuwangi Oost-Java

De steenbakkerij van Persyn in de kleinlandbouwkolonie Brassan Banyuwangi Oost-Java.
Bron foto: Koninklijk Instituut voor de Tropen

Bron
Persoonlijke notities van Ben Anthonio.

Informatie op het internet
www.nationaalarchief.nl
Stukken betreffende de Nederlandse kleinlandbouwers in de Brassan-kolonie in Zuid-Banjuwangi 1950-1952. Een beschrijving van deze documenten.
www.onzeplek.nl
Ingezonden bijdrage van Ben Anthonio over o.a. zijn verblijf in Brassan. Deze informatie maakt ook deel uit van de publicatie op deze site.
http:ccindex.kit.nl
Fotocollectie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Collectie foto’s waarvan in ieder geval één van de landbouwkolonie Brassan, gemaakt 1936.

1 thought on “Familieverhalen | Herinneringen aan de landbouwkolonie Brassan in Oost-Java

Laat een antwoord achter aan t.persijn Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.